Met dank aan Rindert de Bruin (kerkrentmeester) en Loek Romeyn (Stichting tot Behoud van het Torenuurwerk) voor het gebruik van de artikelen van hun hand.

Het torenuurwerk uit de kerk van Terkaple stond, nadat de top van de kerktoren ergens in de tachtiger jaren van de vorige eeuw vervangen moest worden, min of meer als oud ijzer op de begane grond. De kerkrentmeesters, verantwoordelijk voor het beheer van gebouwen, waren amper op de hoogte van het bestaan van dit kostbare uurwerk.
Wel op de hoogte was de gepensioneerde gereedschapsmaker en organist Alle Hosper uit Broek.

Aflevering 38: Het torenuurwerk van de kerk in Terkaple

Door de grote interesse voor techniek en in het bijzonder torenuurwerken had Alle Hosper regelmatig het uurwerk bewonderd. Dankzij zijn goede contacten met de Stichting tot Behoud van het Torenuurwerk ontstond in het jaar 2005 het idee om het torenuurwerk naar de tentoonstelling “Torenuurwerken, Tijd voor Iedereen” te Schoonhoven te brengen.
Naast de vele gerestaureerde uurwerken die toen in Schoonhoven tentoongesteld waren, was het uurwerk van Terkaple een goed voorbeeld van een niet gerestaureerd uurwerk. Zo kon de Stichting een uurwerk laten zien zoals deze vaak wordt aangetroffen: niet functionerend, vervuild en roestig. Na ongeveer een half jaar kwam het uurwerk weer terug naar Friesland waar het werd opgeslagen in Museum Joure.
Rond dezelfde tijd was de kerk dringend aan onderhoud toe. Ook aan de kerktoren moest het nodige gebeuren. In de toren was houtworm, boktor en zwam geconstateerd. Een goed moment om met de kerkrentmeesters te overleggen wat er met het uurwerk moest gebeuren. De mensen van de Stichting tot Behoud van het Torenuurwerk konden de kerkrentmeesters er gelukkig van overtuigen dat restauratie van dit historisch waardevolle uurwerk zeer aan te bevelen was. Alleen ontbrak het aan financiële middelen.
Alle Hosper en de in 2015 overleden Wim Emmerik hadden wel een idee en kwamen met het aanbod om in de wintermaanden het uurwerk te restaureren, waarbij slechts de onkosten in rekening zouden worden gebracht. Van dit financieel aantrekkelijke aanbod werd graag gebruik gemaakt. De restauratie zou worden uitgevoerd in nauw overleg met de deskundige Loek Romeyn van de Stichting tot Behoud van het Torenuurwerk.
In eerste instantie werd besloten het uurwerk te restaureren en een museale bestemming te geven. Lopende de restauratie werd alsnog besloten het uurwerk weer functionerend in de toren te plaatsen.
Grietsen Sinnema maakte de houten bok waar het uurwerk op staat.

Het torenuurwerk
Het torenuurwerk is van het Noord-Nederlandse type. Uurwerken van dit type dateren uit een periode tussen de tweede helft van de 16de eeuw en derde kwart van de 17de eeuw. Het uurwerk is geheel met de hand gesmeed en heeft ook in de vorige tufstenen kapel dienst gedaan. De hoekstijlen hebben gotische versieringen en dat kan duiden op een vroege datering. Een exacte datering is niet te achterhalen, volgens Loek Romeyn van de Stichting tot behoud van het torenuurwerk is dit torenuurwerk van rond 1570, minstens 450 jaar oud dus.
Het vermoeden bestaat dat dit uurwerk afkomstig is van de afgebroken kerk van Akmarijp. Op de tekening van het in 1854 afgebroken tufstenen kerkje van Terkaple is geen wijzerplaat te herkennen. Op de in 1844 afgebroken kerk van Akmarijp zien we duidelijk een wijzerplaat met slechts één wijzer. Zou het torenuurwerk van de kerk in Akmarijp zijn hergebruikt in de kerk van Terkaple? Zou zo maar kunnen.
Naast het vrijwel complete uurwerk was slechts één houten wijzerplaat van ongeveer 60 x 60 centimeter bewaard gebleven. Dankzij een oude ansichtkaart en een mededeling van één van de dorpsbewoners werd duidelijk dat er in het verleden ook een buitenwijzerplaat moet zijn geweest. De inwoner was zeer stellig over de aanwezigheid van wijzers. Hij vertelde dat hij eens, doordat de wijzers van het buitenuurwerk een onjuiste tijd aangaven, bijna de bus had gemist. Even later ontdekte hij dat de wijzers stil stonden en de bus nog moest komen.

De restauratie
De restauratiewerkgroep, bestaande uit (oud) kerkrentmeesters Ultsje Brink, Jappie Hooisma en Rindert de Bruin hebben de organisatie van de restauratie op zich genomen. De uitvoering van de werkzaamheden was in handen van Alle Hosper en wijlen Wim Emmerink, vrijwilliger verbonden aan Museum Joure. Zij bezaten een grote deskundigheid, vaardigheid en historisch besef. Alle Hosper, gepensioneerde gereedschapsmaker, combineert het werken met metaal met een bijzonder gevoel voor het ontwerpen en ontwikkelen van producten. De steun van zijn vroegere werkgever, het metaalbedrijf Spanninga te Joure, was gedurende het gehele project onontbeerlijk. Om niet kon gebruik worden gemaakt van de werkplaats en de benodigde materialen die werden geschonken.
Wim Emmerik nam een hoeveelheid draaiwerk voor zijn rekening en heeft de gehele restauratie gedocumenteerd. Zowel Alle als Wim hadden uurwerktechnische ervaring. Alle Hosper door het bouwen van een door hem ontworpen staande klok en Wim Emmerik als restaurator van Friese klokken. Specifieke kennis van torenuurwerken hadden zij verkregen met de restauratie van een torenuurwerk – een Van Bergen uit 1903 – dat in het museum van Joure staat opgesteld. Het museum stelde de ruimte beschikbaar waar het uurwerk kon worden gerestaureerd en in het voorjaar van 2007 werd er gestart met de restauratie.

De restauratie van het uurwerk

Het uurwerk was oorspronkelijk voorzien van een waag met één uurwijzer met spillegang en is omgebouwd tot slingeruurwerk met spillegang onder andere door het toevoegen van een tussenrad in het gaand werk.  Het gebruik van een slinger was een belangrijke verbetering in de tijdmeting. Dit had tot gevolg dat er een tweede wijzer verscheen die de minuten aan aanduidde.
Alle onderdelen van het uurwerk waren van een menieverflaag voorzien. Desondanks was op veel plaatsen roestvorming opgetreden. Besloten werd door middel van glasparelstralen de verf en roest te verwijderen. Daartoe moest het uurwerk uiteraard volledig worden gedemonteerd. Dit gaf de restaurators tevens de mogelijkheid de slijtage van astappen en lagers vast te stellen. Enkele lagers moesten worden vernieuwd. Zij waren van het type plaatlager en werden uiteraard in dezelfde stijl van nieuwe bussen voorzien.
Voor het uurwerk weer in elkaar werd gezet, werden alle onderdelen volgens oud recept voorzien van een beschermlaag, bestaande uit een mengsel van gekookte lijnolie, roet en siccatief. De bij het uurwerk aanwezige katrollen werden gerestaureerd, maar konden om reden van veiligheid niet meer in gebruik worden genomen.
Twee, nog in de toren aanwezige, gewichten van 60 kilogram per stuk drijven het uurwerk aan. Ze hangen aan touwen die éénmaal met behulp van katrollen zijn ingeschoren om de valhoogte te vergroten.

Het vervaardigen van de wijzerplaat

Uit de genoemde oude ansichtkaart bleek dat de toren ooit van een wijzerplaat was voorzien. Aan de hand van deze afbeelding werd de grootte en de vorm hiervan bepaald. Hoewel vaak houten wijzerplaten op torens in Friesland worden aangetroffen werd als basismateriaal voor wijzerplaat en wijzers gekozen voor koperplaat.
Voor het constructiemateriaal en de bevestigingsmiddelen werd roestvast staal toegepast. De cijfers en enigszins bolgeklopte wijzers werden volgens oude traditie met bladgoud bedekt. De op deze wijze vervaardigde wijzerplaat is hiermede “onverwoestbaar” te noemen. Pas in de verre toekomst zal opnieuw schilderen en vergulden noodzakelijk zijn. Achter de wijzerplaat werd een oud wijzerwerk gereviseerd. De wijzers zijn aan de achterzijde voorzien van een contragewicht van lood.

Omdat de toren in de loop van het voorjaar van 2010 moest worden geschilderd kon met de daarvoor gebruikte hoogwerker de wijzerplaat aan de toren worden bevestigd.

De wijzers, de slaghamer en de aandrijvingen
De wijzers van de wijzerplaat aan de binnenkant van de kerk ontbraken. In de zelfde stijl van de wijzerplaat werden nieuwe vergulde wijzers vervaardigd.
De ophanging van de slag/luidklok in zijn klokkenstoel was zodanig dat het aanbrengen van een standaard slaghamer niet mogelijk was. De klokkenstoel zou ingrijpend moeten worden gewijzigd om een dergelijke hamer aan te brengen. Dat zou te kostbaar worden. Met veel vernuft is het Alle Hosper gelukt een goed werkende slaghamer te ontwerpen.
Het aanbrengen van de nodige assen en tandwieloverbrengingen voor de aandrijving van de wijzers aan de buitenzijde van de toren kostte de nodige hoofdbrekens. Er moesten hiervoor draagconstructies worden bedacht en vervaardigd. Een oud wijzerwerk moest worden gereviseerd om geschikt te zijn voor de aandrijving van de wijzers aan de buitenzijde van de toren. Ook de wijzerplaat en het wijzerwerk aan de binnenkant van de kerk werd aangepakt.
Nadat alle werkzaamheden waren verricht werd medio juni 2010 het uurwerk in werking gesteld. Er was besloten het uurwerk enkele maanden te laten proeflopen alvorens het officieel in gebruik te nemen.

De officiële ingebruikname van het uurwerk
Op 21 augustus 2010 is het uurwerk officieel in gebruik genomen, waarbij uiteraard ook de kerkrentmeesters aanwezig waren. Loek Romeyn van de Stichting tot Behoud van het Torenuurwerk heeft voor een volle kerk een lezing gehouden over het ontstaan van mechanische tijdmeting en torenuurwerken.
De ingebruikname bestond uit het opwinden van de aandrijfgewichten en het in beweging zetten van de slinger. Een klus voor de elfjarige Jinte Sinnema uit Terkaple en even oude Evert Hibma uit Akmarijp.

Het uurwerk is niet voorzien van een automatisch opwindsysteem. Het dient daarom dagelijks handmatig te worden opgewonden. Een groepje enthousiastelingen zorgt ervoor dat het uurwerk niet stil komt te staan. Het torenuurwerk heeft sinds de in gebruikstelling perfect gelopen.
Tijdens de ingebruikname vertelde één van de kerkrentmeesters dat hij tien jaar geleden vond dat het uurwerk in de weg stond en dat ze er van af wilden. Wij mogen van geluk spreken dat het toen niet op de schroothoop is beland.