Aflevering 13: De molens van Terkaple
© Dieuwke Boersma, haar vader Anthoon Boersma en haar dochter Sippy van der Meer.
Wat een mooi gezicht moet het zijn geweest met de twee molens is in onze dorpen. De grote molen stond aan de Oenemawei op de plek waar nu het elektrisch gemaal “de Lege Wâlden” staat. En dat was niet de enige molen in onze dorpen.
De molen was gebouwd in 1851 voor bemaling van de Opsterlandschen Veenpolder in Tjalleberd, maar toen men daar een gemaal kreeg is de molen afgebroken en in 1884 in Terkaple weer opgebouwd. De molen moest de “Heerenzijl Polder” droog houden. Deze polder lag tussen Terkaple en Goïngarijp in. In de molen zat een steen met inscriptie waar op stond: “de polder Heeringzijl onder Goingarijp en Terkaple opgericht en de molen gebouwd in den jaren 1884 onder het bestuur van T.W. Westerterp, H.R. Rijpkema, W.S. Peekema”
Deze steen is bewaard gebleven en ligt nu achter de woning van fam. G. Kramer aan de Buorren 2.
De molenaar Oene Portijk verhuisde mee van Tjalleberd naar Terkaple. De grote molen had een kundig molenaar nodig en deze Portijk kende de molen als geen ander natuurlijk. Zijn nazaten woonden later in het huis van G. Klosters aan de Oenemawei 19.
De molen werd echter niet goed onderhouden, zodat de polder toch nog wel eens blank kwam te staan. Dit ondanks de grote watercapaciteit van de molen. Ook werd er een aantal jaren later een Amerikaanse windmotor gebouwd aan de rand van de Terkaplester Poel, iets nieuws in die tijd. Toen verloor de grote molen zijn belangrijke functie. De windmotor bleek ook goedkoper in gebruik te zijn.
Tot 1921 heeft er een molenaar in de molen gewoond, maar daarna was het gedaan. De molen raakte in verval en is uiteindelijk in 1935 afgebroken. De burgemeester van Utingeradeel heeft nog geprobeerd de molen onder te brengen bij de vereniging “de Hollandsche Molen” om hem zo te bewaren, maar dit lukte niet. Ook toen was er niet veel geld voor dergelijke zaken.
Hercules, de windmotor
Een van de bekendste windmotors in onze omgeving was de “Hercules”, een grote windmotor aan de rand van de Terkaplester Poel. Deze windmotor werd in 1904 aangeschaft door een meerderheid van de “vergadering van eigenaren” o.l.v. Anne G. v.d. Ley, Kornelis S. Bakker en Fokke I. Schaap.
Zij waren niet tevreden over de bemaling door de grote molen van Terkaple en richten hun eigen polder op met eigen bemaling door een nieuw fenomeen in die tijd: de Amerikaanse windmotor. Er waren indertijd nog maar enkele van die windmotors geplaatst in Nederland. Anne Gerrits v.d. Ley fietste naar Rotterdam om met de Fa. Stokvis te onderhandelen over de aanschaf van zo’n windmotor. De windmotor kostte Fl. 3.059,–.
Er kwam een speciale monteur uit Duitsland om de windmotor te installeren. Fa. Stokvis had zelf nog geen bekwaam personeel voor een dergelijke klus. De windmotor beviel goed en was veel goedkoper dan de grote molen. Hij heeft 65 jaar gedraaid en werd in ±1969 vervangen door het elektrisch gemaal van waterschap Boarnferd, “de Lege Wâlden”, dat op de plek staat van de oude, grote molen.
Op de foto, van boven naar onderen: Kees Bakker, Fokke Schaap, Anne G. van der Ley en Atze van de Ley.
Naast Pôle 2 stond in het verleden ook een molen. Deze molen bemaalde het land van Sipkema’s boerderij (nu: de afgebrande boerderij Fjildwei 41). Niet alleen de Buma-pôle en het land daarachter, maar ook een stuk land aan de andere kant van de sloot (nu Sinnemapolder). Er zat een duiker onder de sloot door en een vlonder er overheen. Men moest namelijk wel met paard en wagen in het land kunnen komen. Was men klaar in het land, dan moest de vlonder aan de kant, want de sloot was openbaar water en de scheepvaart moest doorgang kunnen houden. Men moest bij de andere huizen kunnen komen. Onder andere de boerderij Buorren 4.
Gerrit Walstra was indertijd jongste boerenknecht op Sipkema’s boerderij en moest bij stormweer, samen met de oudste knecht, bij de molen blijven, ook ’s nachts, om op te letten of alles goed bleef gaan. De mannen moesten als het nodig was de zeilen inkorten of de molen kruien; de molen mocht niet kapot draaien. Een koud werkje, in weer en wind.
De molen werd echter niet goed onderhouden. In de crisisjaren was er geen geld voor. De molen raakte in verval en hij kwam ook teveel in de luwte te staan van de huizen die gebouwd werden op een deel van Sipkema’s grond: de fabriekshuizen op de huidige Pôle. De fabriek kocht de grond en liet de huizen bouwen.
De molen werd uiteindelijk midden dertiger jaren afgebroken (±1935). De Amerikaanse windmotor was in opkomst en werd rondom gebouwd. Zo ook hier.