© Dieuwke Boersma, haar vader Anthoon Boersma en haar dochter Sippy van der Meer.
In deze aflevering van Oare Tiden vertellen we iets over de sociale ontmoetingsplek van Terkaple-Akmarijp aan het begin van de 20e eeuw: Het café van weduwe Schaafsma.
Aflevering 21: Café Schaafsma
Gerke Gerrits Schaafsma (geboren 1832) is timmerman in Terkaple en begint ±1863 met zijn café bij de brug op de plek van Oenemawei 4. Hij timmert aardig aan de weg, want als je het archief van de Leeuwarder Courant er op naslaat, dan zie je dat hij als timmerman gewoon zijn bedrijf heeft en daarnaast het café draait. Er worden geregeld veilingen gehouden in het café of feestavonden met toneel en dansen. Ook Waling Dijkstra komt in het café optreden met zijn beroemde “Winterjûnenocht”. ’s

Winters organiseert Schaafsma schaatswedstrijden en zomers harddraverijen voor paarden. De schaatswedstrijden worden eerst zelf georganiseerd en vanaf 1876 in samenwerking met de toen opgerichte ijsclub “de trije doarpen”. Er werd gereden om flinke geldprijzen (een eerste prijs van fl. 70,– was veel geld in die tijd). Je moest een inleg betalen om mee te kunnen doen, maar dit bedrag kon je terug verdienen als je de eerste lijst won. Een goede motivatie om te winnen.
Zouden deze wedstrijden gehouden zijn op de Heeremavaart? Het staat er niet bij in de advertentie, maar het was vast niet zo ver van het café verwijderd, want er moest natuurlijk wel omzet komen op zo’n dag.
En zomers het organiseren van een draverij voor paarden. Dit werd in de 19e eeuw veel gedaan. Het was een populaire sport. Er waren paarden die beroemd werden, omdat ze zoveel draverijen wonnen. Ook weer met dikke geldprijzen of zilveren gebruiksvoorwerpen, zoals een tabakspot. Waling Dijkstra schrijft er bijvoorbeeld zo over:
“Als de tijd daar is voor de optocht naar de harddraversbaan openen muzikanten de trein. Daarop volgen de aangegeven paarden, bereden door hun pikeurs. De leden van de keurcommissie, omringd door een dichte drom van nieuwsgierigen, komen achteraan.” “Intussen gaat de harddraverij zijn gang. De keurcommissie, in twee gedeelten gesplitst, heeft op de beide einden van de baan postgevat. Een paar kampende paarden lopen om ’t hardst langs de baan, heen en terug. Komt hetzelfde paard beide keren het eerst over de streep, dan is ’t andere voorgoed van de partij af. Echte liefhebbers van harddraven volgen met gespannen aandacht de hele kampstrijd. Zij zijn vol bewondering wanneer een paard, in flinke, geregelde draf, zonder zweem van galopperen de hele baan van 80 meter aflegt. Zulke liefhebbers weten de loop van de zaken van het begin tot het einde even goed als de keurmeester zelf.”
Het zal in Terkaple-Akmarijp wel net zo zijn gegaan.
Gerke Schaafsma sterft in 1994, 61 jaar oud. Zijn weduwe zet het café voort. Vanaf die tijd worden vergaderingen etc. gehouden in het café van weduwe Schaafsma. Mevrouw Schaafsma gaat hiermee door tot mei 1910. Dan staat er een dankbetuiging in de krant dat het mooi geweest is na 47 jaar. Het café wordt voortgezet door familie Van Dijk.

Achter het café stond een klein huisje waar eerst de Schaafsma’s en later de familie Jan Baukes van Dijk in woonde. Jan Boukes was de opvolger van Schaafsma als kastelein. Men woonde dus, met de hele familie, niet in het café, maar er achter in het kleine huisje. Aan de andere kant van het café, tussen het café en Oenemawei 2 in, stond de paardenstal. Er zat een steegje tussen de stal en het huis van de timmerman Lieuwe Riemersma’s op Oenemawei 2. Lieuwe vertelde indertijd aan Leendert Noordmans, die op Oenemawei 4 woonde, dat hij als jongetje door een klein ruitje kon zien als er iemand kwam die zijn paard wilde stallen. Hij draafde dan vlug door het steegje om het paard vast te zetten. Hij kreeg hier dan 2 cent voor waar hij heel blij mee was.
Leendert Noordmans wist nog een paar mooie verhalen te vertellen over het café. Toen weduwe Schaafsma, haar meisjesnaam was Neeltje Speerstra, het café nog runde en zij ’s avonds laat niet meer wilde schenken, dan pakten de mannen “tante Neel” vast en hielden haar dreigend boven de regenwaterbak. Nou, dan moest tante Neel er toch nog maar eentje inschenken. Een mooi verhaal over kastelein Jan Baukes van Dijk is het volgende: een groep opgeschoten jongens wilde naar het café, maar ging eerst stiekem naar de voorraadschuur ernaast. Daar dronken ze het reservekrat bier leeg. Toen gingen ze het café binnen en bestelden bier. Van Dijk had na een poosje het bier op, wilde naar zijn voorraad, maar die was ook op. Hij wilde dit niet laten merken aan de mannen (en wilde ook geen nee verkopen), dus stapte hij op de fiets naar Joure en haalde een nieuw krat bier. De gasten wachtten wel even!
Jan Baukes van Dijk heeft het café gehad tot 1939. Toen was ondertussen ’t Centrum gebouwd en konden alle evenementen daar plaatsvinden. Jan Baukes wilde het café toch al graag kwijt. Hij wilde liever boer zijn. Het oude café is toen afgebroken, tegelijkertijd met het kleine, scheve huisje. Er is een boerderij, Oenemawei 4 4n 6, voor in de plaats gekomen. De woning van de boerderij is weer op de oude fundamenten van het café gebouwd. Een achterste muur is zelfs blijven staan en weer gebruikt in de nieuwe woning.
Achter het café stond voorheen de boerderij van Kroes Oenemawei 8. Dit boerderijtje brandde af in 1938. Familie Kroes verhuisde en werd elders boer. Jan Baukes kon nu mooi het land van Kroes huren en werd, in plaats van kastelein, boer op dezelfde plek.