© Dieuwke Boersma, haar vader Anthoon Boersma en haar dochter Sippy van der Meer.
Er waren in der tijd plannen om een weg aan te leggen van Akmarijp naar de Nieuwe Schouw bij Akkrum (dat is de plek waar nu het fietspontje vaart over het Deel, van zeg maar De Brijpot naar Akkrum). De weg zou dan tegelijkertijd moeten dienen als polderdijk om de Blaugerzen heen. Het Waterschap en de boeren zagen er wel wat in. De Blaugerzen zouden worden ingepolderd en zo nieuwe mogelijkheden bieden voor boerenbedrijven. Tegelijkertijd zou het voor boeren gemakkelijker worden om hun landerijen te bereiken, als er een weg zou worden aangelegd. Ze moesten nu hele afstanden afleggen, want er lag een groot stuk land tussen hun boerderijen in Akmarijp en de Geeuw.
Aflevering 26: De Blaugerzen
Het was Staatsbosbeheer die een stokje stak voor de plannen. Staatsbosbeheer had al 35 hectare van de Blaugerzen in bezit in 1960 (totaal bestaan de Blaugerzen uit 100 ha) en was fel op de plannen tegen. Het unieke karakter van dit gebied zou verloren gaan als het ingepolderd werd. De weg was niet het ergste, maar het inpolderen. De plannen gingen dus ook niet door. Er werd met de ruilverkaveling in 1970 wel een weg aangelegd van Akmarijp tot de Blaugerzen (de Doltenwei), dus de boeren kregen het in elk geval gemakkelijker om bij hun land te komen, maar de Blaugerzen werden gespaard.
Wat maakt de Blaugerzen dan zo speciaal? Waarom is dit gebied zo bijzonder?
Dat komt door de zeldzame vegetatie, de planten die er groeien. Zoals de blauwe zegge, het pijpenstrootje en de Spaanse ruiter. Als deze planten bloeien, kleurt het land blauw-paars. Vandaar de naam Blaugerzen-blauwgraslanden.
Ook de ratelaar komt hier veel voor. Vroeger waren er duizenden hectares blauwgrasland in Nederland, maar door inpoldering, betere waterafvoer en bemesting, zijn ze bijna allemaal verdwenen. Onze Blaugerzen zijn het grootst overgebleven stuk blauwgrasland in Nederland. Om de karakteristieke begroeiing in stand te houden, is het beheer hetzelfde als vroeger: er wordt laat gemaaid, er komt geen mest op en het waterpeil is hoog.
’s Winters staat het vaak onder water en in het voorjaar komen er nog weidevogels om te broeden. Kieviten en grutto’s, een enkele wulp en tureluur. Zomers hoor je hier nog de leeuwerik zingen. En ’s winters schaatsen wij erop natuurlijk. Ik denk dat de Blaugerzen daarom bekend zijn bij veel mensen; je kunt op het ondergelopen land gauw schaatsen en dat geeft plezier voor iedereen.
Als bijlage een artikel uit de Friese Koerier van 8 januari 1960 over de Blaugerzen in Akmarijp.
Omroep Friesland maakte een prachtige reportage over de blaugerzen.