© Dieuwke Boersma, haar vader Anthoon Boersma en haar dochter Sippy van der Meer.

Als je de kerk van Terkaple binnen loopt, valt dadelijk de prachtige grafsteen op waar een man en een vrouw op staan afgebeeld. Het zijn Douwe van Roorda en zijn vrouw Elisabeth de Borghreef, eigenaren van Oenemastate omstreeks het jaar 1600. Oenemastate stond noordelijk van de kerk, (Oenemawei 28). De grafsteen is één van de grootste van Friesland en meet 4,05 bij 2,25 meter en weegt 7 á 8 ton. In 2016 is er een glasplaat over het graf aangebracht.

Aflevering 24: De grafstenen in de kerk van Terkaple

Terkaple had gedurende het tijdvak ±1500-1600 een paar rijke families: de Oenema’s en de Roorda’s. Het geslacht Oenema woonde hier al in de 15e eeuw en beheerden een groot gebied. De Roorda’s, die door huwelijk aan de Oenema’s waren verbonden, werden hun erfopvolgers.

De grafsteen van Tjepke Oenema

De eerste en oudst bekende grafsteen in de kerk is die van Tjepke Oenema, die leefde van 1410-1485. Deze steen is niet zichtbaar. Hij ligt waarschijnlijk onder de vloer, voor bij de preekstoel. De steen heeft een rode kleur en de vorm van een deksel van een lijkkist. Het opschrift luidt: “In het jaar ons Heeren 1485 do staerf Tyepka Onamen, op Maydey. Biddet foer die syel en Pater noster”. (buiten, naast de voordeur van de kerk, staat ook een stuk van een steen, die dezelfde rode kleur heeft).
Deze Tjepke was de overgrootvader van Keimpe Douwes Oenema, die vermeld staat op de tweede, belangrijke grafsteen.

De steen van Keimpe Douwes Oenema

Deze steen ligt direct achter de steen van de man en vrouw. Er staat een soort van tempeltje op met twee zuilen ernaast en de volgende tekst er omheen in de rand: “Anno 1570, den 24 May sterf die Eedele Kempo van Oenema. Anno 1533, den 21 Augusti sterf die Eedele Juffrou Doutye van Onema”.
Keimpe Douwes leefde van 1502-1570. Hij was niet getrouwd en woonde vanaf ±1517 tot zijn dood in 1570 op Oenemastate. Op dezelfde steen staat ook zijn zuster: Doutje Douwes Oenema. Zij leefde van 1505-1533. Verder staan op de steen wapens van voorouders van vader- en moederskant.
Keimpe en Doutje waren kinderen van Douwe Keimpes Oenema en His van Sjaerdema. Douwe stierf al op 47-jarige leeftijd. Hij moet ook in Terkaple begraven zijn, maar een grafsteen is niet bekend. His, die 15 jaar jonger was, trouwde later met Frans van Roorda, grietman van Wymbritseradeel. Zij kregen in 1536 nog een zoon: Douwe Franses Roorda. En deze Douwe van Roorda staat op de derde grafsteen met zijn tweede vrouw Elisabeth de Borghreef.

De grafsteen van Douwe Franses Roorda
©Protestantse Gemeente Joure

Douwe leefde van 1536-1601. Hij werd erfgenaam van Oenemastate na de dood van zijn halfbroer Keimpe in 1570. Op de grafsteen staat de volgende tekst: “Hier leyt begrawen den Eedelen Eerentphesten Jonker Douwe van Roerda, sterf den 23 Marty 1601, ende d’ Eedele Eerenricke Joffrou Elysabeth de Borghreeff, zyn wyf, sterf den 6 April anno 1615”.
Elisabeth (1545-1615) heeft de steen laten maken ter meerdere ere en glorie van haar man, met de bedoeling er zelf later naast begraven te worden. Maar dit is niet gebeurd; zij is in Mechelen begraven, zoals later op de zijkant van de steen vermeld is “Maar leit tot Mechelen in de Klarissen kerck begraven”.
In het midden van de steen, aan de bovenkant, staan de wapens van Roorda en Borghreef en verder aan de linkerkant een flink aantal familiewapens, waar slechts de helft van is te zien.
Lang niet alle tekst van de steen is zichtbaar. Veel zit verborgen onder de houten vloeren. Op de zijkant van de steen (maar ook niet te zien) staat nog de volgende tekst: “Anno 1658, den 15 November, sterf den Eedelen Eerentphesten Jr. Oene van Albada, leidt hier begraven met 5 van zijne kinderen”.
Oene (1610-1658) was getrouwd met Elisabeth de Borghreef, een kleindochter van de Elisabeth de Borghreef die op de grafsteen staat.
De steen is in 1610 uitgehakt door Jacob Lous, een bekende architect en beeldhouwer uit Harlingen. Zijn naam staat aan de bovenste rand van de steen.

Douwe van Roorda en Elisabeth de Borghreef leefden in de tijd van de reformatie. Het was de tijd van Willem van Oranje die tegen de katholieke koning Filips II van Spanje streed. Veel mensen stapten over van het katholicisme naar het protestantisme, vooral in Noord-Nederland.
Douwe van Roorda is altijd rooms katholiek gebleven en vanwege dit feit heeft hij 20 jaar in ballingschap geleefd. Waar precies, is onbekend. Na zijn ballingschap komt hij op Oenemastate wonen. Op zijn grafsteen staat een Latijns gebed dat aan deze ballingschap refereert.
Elisabeth de Borghreef was de tweede vrouw van Douwe van Roorda. Zij hadden geen kinderen. Elisabeth was wel de erfgenaam van Douwe. Zij nam Dirck, de zoon van haar broer Jan, aan als haar eigen zoon en maakte hem erfgenaam van Oenemastate en alles wat daarbij hoorde. Deze Dirck noemde zich later Douwe Roorda de Borghreef.
Elisabeth verhuisde na de dood van Douwe van Roorda in 1601 naar Mechelen. Dit had ook te maken met het feit dat ook zij katholiek gebleven was en daarom gemakkelijker leefde in zuidelijker oorden. In een kerk van Mechelen ligt een grafsteen waar de volgende tekst op staat: “hier leet begraven vrauwe Elisabeth de Borgherfelt (sic!) weduwe wijlen heer Dominicus de Roorda ghecomen synde uijt Vrieslant dor liefde van de catolijcke ende roomsche religie, goet, vrienden, en aldaer verlaten hebbende, is alhier binnen Mechelen gestorven den 6en April 1615”.

Verdere graven in het gangpad

Verder liggen in het gangpad van de kerk, achter de steen van Douwe en Elisabeth en de steen van halfbroer Keimpe en halfzuster Doutje, nog de volgende stenen:

  • De steen van ds. Allardus Fennema en zijn zoon Nicolaus, die maar 19 jaar oud werd. Op zijn steen staat: “1734. Nicolaus Fennema overleeden den 26 Januarius, oud 19 Jaer 9 Maenden 24 dagen”.
    Daaronder de tekst van zijn vader Allardus Fennema, die dominee in Terkaple-Akmarijp was van 1718 tot zijn dood in 1742: “Anno 1742 den 22 January is overleden Do Allardus Fennema Bedienaer des H. Ivangeliums te Terkaple en Akmarijp oud 57 Jaer en leit hier begraven”.
  • Naast deze steen ligt de grafsteen van Maaike de Groot. Ik weet niets over deze vrouw. Als er iemand is die er meer van weet, dan hoor ik dat graag. De steen is slecht te lezen. De tekst is waarschijnlijk: “Rustplaats van Maaike M. de Groot geboren te Akmarijp (?) den … December … overleden te Terkaple (?) den 10 September 1886 (?) echtgenoote van M.S. van Dijk”.
  • Aan het eind van het pad, bij de deur liggen de stenen van ds. Vinckers en zijn vrouw, of misschien zijn zuster. Roelof Witsenborgh Vinckers was dominee in Terkaple-Akmarijp van 1852 tot zijn dood in 1871. Zijn naam is ook te vinden op een van de twee gedenkstenen in de buitenmuur van de kerk, aan weerskanten van de deur. Deze gedenkstenen herinneren aan de eerste-steen legging van de kerk in 1854.
    Op de grafstenen staan de volgende teksten: “Rustplaats van den WelEerwaarde ZeegGeleerde Heer Roelof Witsenborgh Vinckers, in leven predikant te Terkaple en Akmarijp, geboren te Winschoten den 17 Mei 1801, overleden te Terkaple den 2 December 1871”.
    “Rustplaats van het stoffelijk overschot van Mejuffer Geertruida Bouwina Vinckers geboren te Winschoten den 28 Mei 1802, overleden te Terkaple den 18 February 1864”.

Op de plek van de hedendaagse kerk heeft eerder een kapel gestaan. Een tufstenen kapelletje, dat onder het beheer viel van de St. Pancrasparochie in Aldeboarn, zoals in een schrijven van bisschop Guy van Henegouwen uit 1315 genoemd wordt. De naam Terkaple (=bij de kapel), wordt in dat stuk al genoemd als “Capella”.

Meer over de oude tufstenen kapel van Terkaple is te vinden in aflevering  9 van ‘Oare Tiden’