© Dieuwke Boersma, haar vader Anthoon Boersma en haar dochter Sippy van der Meer.

Deze keer zullen we wat meer vertellen over de watersituatie en de strijd van de bewoners tegen het water. In een eerdere aflevering heb ik al verteld over het aanleggen van de Slachtedijk van Joure tot voorbij Terherne. Deze dijk moest midden Fryslân beschermen tegen het soms heel hoge water van de Friese Middelzee en nadat die was dichtgeslibd, tegen het opdringen van het Sneekermeer.

AFLEVERING 5: De strijd tegen het water

Dat er in deze omgeving ook turf is gegraven staat wel vast. Met name de naam Zoutpoel wijst op het afgraven van veen om zout te winnen. Een groot deel van het veengebied was door de eeuwen heen zo vaak overspoeld met zeewater, dat dit zeewater na een overstroming bleef staan en indroogde door de zon. Zo bleef er in bepaalde gebieden een zoutlaag achter.
Een deel van de Terkaplester Poel is ongetwijfeld ook ontstaan door afgraving van veen voor turf. Dat is te zien aan de inhammen van de poel. Die lopen allemaal in de richting van de verkaveling tussen Terkaple en Akkrum. Er zullen petgaten gegraven zijn met “zethagen” ertussen. Die zethagen zijn in de loop van de tijd weggespoeld door de westenwind. Eén zethaag is overgebleven in de poel, namelijk de “skonkepôle”, een smalle reep land waar men omheen kan varen. Een zethaag was een smalle strook land tussen de petgaten. Men zette er de natte turf op om te drogen. Dit proces ziet men ook in de Alde Feanen bij Earnewâld, waar op verschillende plaatsen smalle strookjes land of eilandjes boven water uitsteken; overblijfselen van zethagen.

Slachtedijk

De Slachtedijk zorgde ervoor dat de Zoutpoel en Terkaplester Poel in elkaar overliepen. De dijk maakte een scheiding tussen beide. In de 16e eeuw is er een “zijl” of sluis in gemaakt door de heren Dekema, Foyts en Cuik, de grote veenheren, die uit het veengebied met turfschepen naar de Zuiderzee moesten om de turf in Holland te verkopen. De drie heren begonnen een turfgraverij en –handel en vormden een compagnonschap in ongeveer het jaar 1550. Er werden twee compagnonsvaarten gegraven om de turf af te voeren; de Schoterlandse en de Opsterlandse Compagnonsvaart. De bedoeling van de heren was eerst om de turfafvoer via de Tjonger naar de Zuiderzee te doen, maar dat mislukte omdat de Tjonger vaak ondiep was door droogte. Daarna hebben de heren een kanaal laten graven van Heerenveen naar Haskerdijken, de Hearesleat. Later werd het deel gegraven en het Akkrumer Rak.
Via de Terkaplester Poel kwamen de schepen voor de Slachtedijk. Daar heeft men toen een sluis in gemaakt, zodat de weg vrij was naar de Zuiderzee en Holland. Zo waren de “compagnons” en de gebieden aan de oostkant van de Slachtedijk beveiligd door dijk en sluis. In de 16e eeuw waren dat voornamelijk Utingeradeel, Anjewier (Aengwirden) en Haskerfiifgea (Haskerlân).

Onderling was er vaak verschil van mening over wat een ieder moest betalen aan onderhoud, voornamelijk tussen de heren en de Lege Wâlden. Dat blijkt uit de beschrijving van een rechtzaak uit de beneficiaalboeken van Fryslân. Een geschreven verhaal over een rechtzaak tussen impretanten en gedaagden. De gedaagden werden ervan beschuldigd niet mee te willen helpen bij de reparatie van sluis en dijk onder Terkaple. In 1883 is de sluis weggespoeld bij een zware storm. In datzelfde jaar is het gat gedicht door de aanleg van de nieuwe Slachtedijk tussen de beide poelen. Pas in 1969 is de verbinding weer open gemaakt en bouwde men de Heerenzijlbrug.

Pankoekshaven

Bij de brug ligt in de luwte voor de westenwind vandaag de dag een helling voor het te water laten van kleine bootjes. In vroeger tijd was die luwe plek een soort haven waar de golfslag van het Sneekermeer bijna niet kwam. De skûtsjeschippers kwamen hier even bij na het zware tegen de wind in werken over de Terkaplesterpoel. Een mooie plek om even warm eten klaar te maken. Maar het mocht niet te lang duren, want tijd is geld niet waar. Dus werd er in de luwte gauw even pannenkoeken gebakken. Bij de schippers werd dat hoekje dan ook vaak “de pankoekshaven” genoemd.